| 1.a. | 
            Marnix 
               | 
             | 
           
           
            |   | 
              | 
           
           
            |   | 
            Een 
                artikel met die titel begint altijd als volgt: "In april 
                1926 richtte een groep rond dominee J.C.B. Eyckman de eenheid 
                Marnix op." De stichting van Marnix kwam natuurlijk niet 
                uit de lucht gevallen, scouting was in die dagen in de mode: het 
                95ste Brabo was in 1923 opgericht (zie ook deel 1b), VVKSM in 
                1930, en ook de protestanten liepen niet achter en stichtten hun 
                eigen eenheden, waaronder dus de Marnix in 1926.  
               
              De gekozen naam, "MARNIX", herinnerde 
                aan de enige protestantse burgemeester van Antwerpen, Marnix van 
                St. Aldegonde, die de stad verdedigde tegen de Spaanse veldheer 
                Farnese, maar genoeg gezond verstand had om na hevige strijd het 
                verzet te stoppen, om de uitgehongerde bevolking te redden van 
                plundering door de Spaanse huurlingenlegers. De toenmalige oranje 
                das herinnert aan hem. Het kenteken werd de eeuwig brandende vlam 
                in de scoutslelie, een symbool voor het nimmer aflatende "Hoog 
                Houden" (de leuze) van de eenheid om de ideeën van scouting, 
                gesymboliseerd in de gensters van de vlam, te verspreiden over 
                de wereld. Dat zijn de essentiële tradities, de essentiële 
                symbolen die we tot op de dag van vandaag op het uniform van ieder 
                lid terugvinden in het eenheidkenteken. 
              Toonaangevende personen in de beginjaren waren 
                J.C.B. Eyckman en Jacques Rosseels. Beiden hadden een schriftelijke 
                cursus in scouting gevolgd, hetgeen wees op een doordachte beslissing 
                en dus geen impulsief idee. Marnix werd snel een bloeiende eenheid, 
                en kon reeds in zijn stichtingsjaar op kamp gaan. In 1927 wordt 
                ook de eerste welpenhorde gesticht en in 1928 ontstaat de allereerste 
                Stam van Marnix. In 1929 start ook de uitgave van het informatieblad 
                "De Gengsters". Dit zou het eenheidsblad blijven tot 
                de fusie met Brabo in 1974, wanneer het vervangen werd door de 
                "Info". 
              In 1930 verliet de eerste eenheidsleider, Jacques 
                Rosseels, de eenheid en kwam het bestuur van de eenheid in handen 
                van "De Sachem" (vergadering van alle leiding), waar 
                het altijd is gebleven. Sindsdien kiest "De Sachem" 
                elke keer bij het aftreden van een oude eenheidsleider onderling 
                een nieuwe voorzitter voor hun vergadering, dewelke dan de nieuwe 
                eenheidsleider wordt en vervolgens belast wordt met het dagelijks 
                bestuur van de eenheid. 
              1934 was een keerpunt voor Marnix: ze werd lid 
                van de B.S.B. (Boy Scouts van België), de voorloper van FOS, 
                waarin zij sindsdien een toonaangevende rol heeft gespeeld. Heel 
                belangrijk hierbij was dat in theorie het godsdienstige aspect 
                wegviel. In praktijk duurde het nog wel enige jaren eer de oude 
                tradities en gebruiken weggevlakt waren. Eveneens werd in dat 
                jaar een bestendig steuncomité opgericht, wat gezien kan 
                worden als een prille voorloper van het huidige eenheidscomité. 
                De dertiger jaren bleven een succesnummer voor Marnix, zelfs in 
                die mate dat in 1938 Marnix II zijn eerste verjaardag kan vieren. 
                Deze Marnix II was een afsplitsing van de oorspronkelijke Marnix, 
                noodzakelijk geworden door het teveel aan leden. We spraken toen 
                over meer dan 150 leden samen. 
              In 1939 startte een zwarte periode voor de hele 
                wereld. In september, na de Duitse inval in Polen, besliste de 
                Belgische regering over te gaan tot een algemene mobilisatie, 
                met als effect dat 7 leiders van Marnix werden opgeroepen. Alhoewel 
                het zware jaren waren, was Marnix één van de weinige 
                eenheden die de moed had om door te gaan met scoutsactiviteiten 
                tijdens de oorlog. In 1941 werd het 15-jarig bestaan in besloten 
                kring herdacht. Tegen het einde aan was het zelfs zover gevorderd 
                dat scoutsgroeperingen buiten de wet waren gesteld en Marnix dus 
                in de illegaliteit activiteiten organiseerde. Weerom was bewezen 
                dat Marnix altijd Hoog Houdt. 
                In 1945, nog voor het einde van de oorlog, startte Marnix met 
                een vernieuwend project voor de provincie Antwerpen, namelijk 
                een gidsentroep. Deze werd gevormd uit de meisjes van onze toen 
                al gemengde horde. Na de oorlog werden de activiteiten razendsnel 
                terug genormaliseerd, in die mate dat we in 1946 reeds terug op 
                kamp konden gaan. 
              In 1950 krijgen de gidsen een eigen lokaal aan 
                de Lombardenvest. Toch begint dan reeds het ledenaantal te tanen 
                en tegen 1954 kijken we aan tegen een historisch dieptepunt: de 
                gidsen verdwijnen totaal, samen met hun lokaal. Toch blijven we 
                kennelijk een grote uitstraling naar buitenaf behouden: in Temse 
                wordt er een zustereenheid opgericht. In 1956 is er een heropflakkering 
                en tegen 1959 lijkt de inzinking voorbij. Toch lukt het nog niet 
                goed: alhoewel er op regelmatige basis vergaderingen zijn, komen 
                de leden niet opdagen. De welpenhorde moet ook haar activiteiten 
                staken en tegen einde 1959 bestaat de troep nog maar uit 10 leden. 
                Het is pas vanaf 1961 dat het ledenaantal terug begint te stijgen 
                en de welpenhorde heropgericht wordt. Toch blijven we zitten zonder 
                lokaal, hetgeen een groot probleem is met een groeiende welpenhorde. 
                Na veel geroep, krijgen we uiteindelijk een voorlopig lokaal voor 
                enkele maanden op de Belgiëlei 111. We blijven groeien en 
                tegen 1966 viert Marnix zijn 40ste verjaardag met een 120-tal 
                leden, een vernieuwde das en een groot feest in de GM op de Noorderlaan. 
                Deze 40ste verjaardag was één van de hoogtepunten 
                in het bestaan van Marnix. In die tijd waren enkele toffe kampen 
                en de nodige rekrutering nog genoeg om een hele hoop jongeren 
                naar scouting te trekken. Maar ondertussen zaten we nog steeds 
                zonder lokaal en een eenheid van 120 man is zwaar gehandicapt 
                zonder een vast verblijf. 
              Al bij al bleef het hoogtij duren tot 1968, Marnix 
                was toen verhuisd naar de Vinkenstraat 14-16. Tussen 1968 en 1972 
                kende Marnix een absoluut een dieptepunt: in 1972 ging nog welgeteld 
                1 scout en 3 gidsen mee op kamp. Deze scout maakte zich direct 
                onmisbaar, gezien dat hij de enige was die het vuur aankreeg. 
                Deze scout was Walter Goyvaerts, ons beter bekend als Wombat. 
                Tegen 1974 was het zo mogelijk nog erger geworden en was de eenheid 
                een puinhoop. Op ledenvlak werd een absoluut dieptepunt bereikt, 
                enkel de horde draaide nog degelijk met een 20-tal welpen. En 
                het is deze situatie dat de uiteindelijke aanleiding was voor 
                de fusie met het 95ste Brabo. 
               | 
           
         
         
        
           
            | 1.b. | 
            Brabo | 
             | 
           
           
            |   | 
              | 
           
           
            |   | 
              Van 
                het 95ste Brabo bestaat, in tegenstelling tot het 122ste Marnix, 
                geen archief. Wat het dus ook bijzonder moeilijk maakt om aan 
                iets of wat nauwkeurige verslaggeving te doen. Enkel een heel 
                korte schets kan mogelijk inzicht geven in de werking van Brabo 
                tijdens de eerste vijftig jaar van zijn bestaan. 
              In tegenstelling tot 
                Marnix is Brabo een eenheid geweest die nogal eens ter ziele is 
                gegaan. De officiële stichtingsdatum vermeld 1923. Brabo 
                had als leuze de scoutsleuze genomen, "Steeds Bereid", 
                het zich onverdroten blijven inzitten voor de medemens. Ook het 
                kenteken, de alom gekende Brabo op zijn sokkel met de hand van 
                de reus Goliath werpend, doet hieraan denken. 
              Brabo was een vrij 
                goed draaiende eenheid tot aan de oorlog, maar stopte met activiteiten 
                tijdens de oorlog en raakte daarna niet terug op gang. In de jaren 
                '50 was er even een heropflakkering, maar deze duurde niet lang 
                en reeds na enkele jaren verdween de eenheid terug. Het is pas 
                in 1969 dat Brabo terug deftig op gang kwam onder leiding van 
                Herman Gielis (vader van onze Kodiak). Deze was een Marnixer, 
                maar was op vraag van de gewestelijke leiding (tegenwoordig de 
                provinciale leiding) de eenheid terug op poten gaan zetten. Door 
                dit feit hadden beide eenheden een goede verstandhouding. Brabo 
                draaide na enige maanden terug vlot en kreeg in 1970 een lokaal 
                in het Station van Wilrijk. In tegenstelling tot Marnix kent Brabo 
                in deze periode geen inzinking en blijft erg goed verder boeren. 
                Maar in 1973 besliste de stad om een weg aan te leggen door het 
                Station en Brabo moest verhuizen… naar de Vinkenstraat 12… 
                en Marnix woonde toen in… de Vinkenstraat 14-16. Gezien 
                de belabberde situatie bij Marnix, de min of meer goed draaiende 
                Brabo, de enorm goede verstandhouding tussen de leiding en het 
                feit dat beide eenheden bij elkaar op de schoot zaten qua lokalen, 
                kon een vorm van samenwerking natuurlijk niet lang uitblijven…  | 
           
         
         
        
           
            | 2. | 
            De 
              Fusie | 
             | 
           
           
            |   | 
              | 
           
           
            |   | 
              In 
                dit tweede deel gaan we dieper in op de fusie tussen beide eenheden 
                en de eerste jaren die daarop volgden. We schrijven dus januari 
                1974; Brabo zat in de Vinkenstraat 12 en Marnix en Vinkenstraat 
                14-16. Beide scoutsgroepen zaten dus letterlijk bij elkaar op 
                de schoot. De leidingkaders van beide eenheden kwamen er goed 
                overeen, in die mate zelfs dat beide eenheden met mekaars materiaal 
                op kamp gingen en dat spelmateriaal, etc. over beide lokalen verspreid 
                lag. Brabo had op dat moment een goed ledenaantal (60-tal), bij 
                Marnix echter kon men gerust spreken van een ramp. Enkel de welpenhorde 
                draaide nog (een 20-tal), maar bij de verkenners/gidsen bleef 
                men staan op een schamele 4 leden. Marnix had wel min of meer 
                voldoende leiding om de boel draaiende te houden, wat men van 
                Brabo dan weer niet kon zeggen. 
              Het onvermijdelijke 
                gebeurde natuurlijk: in februari 1974 staken Reiger (Leo De Bruyn 
                - Marnix) en Mol (Bob Blancke - Brabo) de koppen bij elkaar. Resultaat 
                was dat de verkenners/gidsen-takken van beide eenheden begonnen 
                samen te werken onder leiding van Kievit (Julien Gillis). Beide 
                welpenhordes werden echter wel strikt gescheiden gehouden. Deze 
                informele regeling werd formeel gemaakt tijdens een gezamenlijke 
                zitting van beide Sachems in september 1974. Het was die Sachem 
                dat het beroemde en beruchte "convenant" geboren werd. 
                Het "convenant" beschreef namelijk de regeltjes van 
                samenwerking tussen beide eenheden, en de procedure die gevolgd 
                moest worden om de eenheden terug op te splitsen. Zo werd duidelijk 
                bijgehouden wie lid was van welke eenheid. Bracht een Marnix-lid 
                een vriendje mee, dan was dat een Marnixer, en omgekeerd voor 
                de Brabo'ers. Bij gezamenlijke rekruteringen werd de ledenwinst 
                in tweeën gedeeld. Ook waren er 2 eenheidsleiders: één 
                voor Brabo en één voor Marnix, evenals er 2 dassen 
                waren: de oranje voor Marnix-leden en de blauwe voor Brabo-leden. 
                Het werd gezegd dat de fusie tijdelijk moest zijn, om op termijn 
                beide eenheden terug autonoom te maken. Zoals we allemaal wel 
                weten is de fusie een feit gebleven, Brabo en Marnix raakten verstrengeld 
                in elkaar om nooit meer los te geraken. Het bleek onmogelijk om 
                de eenheden nog te splitsen. 
              Na de fusie van Brabo 
                en Marnix ging Rudi Goyvaerts, ons beter bekend als Wisent, naar 
                de verkenners/gidsen. Deze tak was op dat moment noodzakelijk 
                gemengd, wegens een tekort aan leiding. Na 2 geslaagde kampen 
                belandden we in het jaar 1976, dat een vrij belangrijk jaar was 
                voor onze jonge, pas samengesmolten eenheid. Zo werd in dat jaar 
                de 4de tak (naast welpen, verkenners en gidsen) opgericht, namelijk 
                de seniors. In die eerste seniortak, met Kievit als seniormoderator, 
                zat o.a. Wombat. Bovendien viel in datzelfde jaar de Akela van 
                de Marnix-horde (Jozef Reintjes - Panda) weg, zodat uit noodzaak 
                ook de welpenhordes van beide eenheden samengevoegd werden. En 
                dat was nog niet alles. IN 1976 KREEG DE EENHEID EINDELIJK ZIJN 
                EIGEN LOKAAL. Het was het lokaal waar we nu nog altijd zitten, 
                de Generaal Armstrongweg. Op 2 oktober 1976 werd het feestelijk 
                ingehuldigd door Mevrouw de Schepen Ivonne Julliams. De bijzonder 
                snelle totstandkoming van het lokaal was mogelijk dankzij de inspanningen 
                van de toenmalige eenheidsleider, Reiger (Leo De Bruyn), en dankzij 
                een zeer goed werkend oudercomité, dat op korte tijd veel 
                geld in kas liet komen. 
              Omdat Kievit nu seniormoderator 
                was en weg was bij de verkenners/gidsen, werd deze tak overgenomen 
                door Alex Dene (Bever) en Monique Van Den Eynde (Ouistiti). Zij 
                begonnen beide takken uit te bouwen met een vernieuwend concept. 
                Jammer genoeg vonden de verkenners tegen het einde toe dat ze 
                in hun ogen teveel "flauwe" activiteiten kregen voorgeschoteld. 
                Waarschijnlijk was er spraken van een te snelle vernieuwing, een 
                té plots anders doen dan vele traditionele activiteiten. 
                Het was zeker hun verdienste om als eerste in de eenheid te proberen 
                iets in onze scoutingmethode te vernieuwen. Het is hen echter 
                niet gelukt, daarvoor waren er op dat moment nog teveel conservatieven 
                binnen de leidingploeg. 
              In die periode (1976) 
                werd trouwens nog met iets anders geëxperimenteerd: een tak 
                voor de allerjongsten (5 tot 7 jaar), namelijk de bevertjes. Het 
                was een prachtig initiatief van Reiger, dat echter teloor ging 
                in een crisissituatie die zich het volgende jaar zou voordoen. 
                Want in 1977 begonnen de spanningen zich weer op te hopen binnen 
                de eenheid. De redenen zijn altijd wat vaag gebleven, maar in 
                oktober '77 was het weer eens zover: ruzie. Resultaat was het 
                verwijden van de bevers (hun leiding was weg), en de seniors (die 
                naar de leiding werden geroepen). Het is vanaf dan dat Wombat, 
                de eenheidsleider die ruim 12 jaar de dagelijkse werking onder 
                handen nam, zijn eerste stappen zette in het leidingcorps. 
                Reeds in 1978 was de crisis achter de rug, vooral dankzij de toewijding 
                van Kievit, de nieuwe eenheidsleider. Het kamp ging door te Houffalize, 
                een van de meest geslaagde kampen van Brabo-Marnix tot dan toe. 
              In januari 1979 gingen 
                de oudste verkenners en gidsen over naar de seniors, zodat ook 
                de seniortak terug werd opgestart. Op dat moment draaide de eenheid 
                vrij vlot met een voldoende aantal leden (50), en dat werd bekroond 
                met een feestelijk eenheidskamp te Chéoux. Feestelijk, 
                omdat het de eerste keer was dat onze eenheid op eenheidskamp 
                ging. Voorheen waren het altijd takkampen: het was de gewoonte 
                om de gidsen en de welpen de eerste twee weken van augustus op 
                kamp te sturen, waarna gewisseld werd met de verkenners de laatste 
                twee weken. De seniors maakten er dan weer een hobby van om een 
                hele maand op kamp te blijven. 
              Dit eerste eenheidskamp 
                leidde echter tot een conflict tussen de leiding. Wat begon als 
                een conflict binnen de welpenleiding, breidde zich al snel uit 
                tot de Verkennerleiding en de hele eenheid. Op het daaraanvolgende 
                Eerste-Klas-Kamp en de Sachem in september barstte de bom dan 
                ook en deze keer keihard: Wombat en Panter lieten de eenheid voor 
                wat ze was. Gezien op deze manier een tekort ontstond binnen de 
                leidingploeg, begon men druk uit te oefenen op de seniors om hen 
                vervroegd in leiding te krijgen. Dat had nefaste gevolgen en buiten 
                het feit dat de overgebleven leiding niet slaagde in hun opzet, 
                werd ook een conflict gekweekt in de seniorploeg zelf. Uiteindelijk 
                ging men in 1980 op Zomerkamp (weerom te Chéoux) met 4 
                man leiding. Het was geen eenheidskamp, maar terug een takkamp. 
                De seniors bleven weerom een hele maand, maar tijdens die maand 
                ontstond er dan ook een fikse ruzie tussen de seniors. In september 
                werd het probleem dan nog eens versterkt doordat Kievit, de toenmalige 
                eenheidsleider, enkel nog zijn functie in naam uitoefende. In 
                de praktijk draaide de eenheid dus zonder eenheidsleider. 
              Maar goed, de seniors 
                kwamen in september '80 in de leiding, het was toen dat ook Wisent 
                zijn eerste stapjes in de leidingploeg zette. Ook het aantal gidsen 
                steeg tot 16 en de oudste verkenners/gidsen gingen over naar de 
                seniors. In deze nieuwe seniorploeg komen we ook onze latere eenheidsleidster, 
                Bijawee, voor het eerst tegen. 
                De eenheid ging in 1981 op kamp in Houffalize, meer gekend onder 
                de anciens als Viscoult-City. Het was een memorabel kamp, zowel 
                in goede als in minder goede zin (meer uitleg bij de betrokkenen). 
                Eveneens vond toen de memorabele fietstocht plaats van de seniors, 
                om een nieuw kampterrein te zoeken. Het werd er één 
                in Wibrin, van 50m op 50m; het was zelfs zo erg dat de kampindeling 
                op millimeterpapier moest gebeuren. 
              In september '81 was 
                het dan eindelijk zover: Kievit gaf zijn ontslag als eenheidsleider. 
                De eenheid zat op dat punt dus definitief zonder eenheidsleiders. 
                In het meervoud, gezien in die tijd nog van zowel Brabo als Marnix 
                een EL moest zijn. Uiteindelijk vroeg de Sachem aan Wombat en 
                Smient om hun hulp, en het is dan ook vanaf 1981 dat Smient (Brabo) 
                en vooral Wombat (Marnix) hun carrière als eenheidsleiders 
                begonnen. Voor Wombat een functie die hij twaalf jaar lang met 
                veel inzet, doorzettingsvermogen en scouts-spirit zou uitoefenen…  | 
           
         
         
        
           
            | 3. | 
            Onstuitbare 
              Wombat | 
             | 
           
           
            |   | 
              | 
           
           
            |   | 
              Na 
                het ontslag van Kievit en het overnemen door Wombat & Smient 
                als EL, bezinde de leiding zich over de eenheid, wat uitmondde 
                in een aantal strikte regels om uitspattingen zoals tijdens het 
                kamp in Viscoult-City te vermijden. Er moest bovendien rekening 
                gehouden worden met het feit dat het ledenaantal historisch diep 
                was gezakt tot een 15-tal welpen en een 15-tal verkenners (+ 1 
                gids). Wegens het tekort aan leiding vloeide de seniorploeg - 
                zoals zovele voor en na haar - al snel over in de leiding om de 
                lege gaten op te vullen. De nieuwe, gemotiveerde leidingploeg 
                zet zich dan ook voor de volle 100% in en dat begint al snel zijn 
                vruchten af te werpen: het ledenaantal begint voor het eerst terug 
                te stijgen sinds jaren. 
              We gingen dat jaar, 
                1982, op kamp in Wibrin. Het was een mini-kampterrein, 50m op 
                50m. Maar, ondanks de kleine ruimte, werd het één 
                van de beter kampen van de eenheid. Het waren rustige jaren waarin 
                de eenheid zich stabiliseerde en haar imago opbouwde. Vermeldenswaardig 
                is ook de realisatie van Wombat om het toenmalige oudercomité 
                om te vormen tot het democratische eenheidscomité van vandaag 
                waarin iedereen, ouder, leiding, stammer of sympathisant zijn 
                zegje kan doen. Het was ook de periode dat Wisent en Bijawee, 
                respectievelijk de TL verkenners en de TL gidsen, de eerste pogingen 
                deden om de beide takken samen te brengen. Er was toen echter 
                teveel oppositie tegen dit (baanbrekend) idee, zodat het experiment 
                voor onbepaalde tijd in de koelkast belandde. 
              Dohan 1983 was één 
                van de beste kampen van de eenheid waar nog vele jaren aan zal 
                teruggedacht worden. Een fundamenteel verschil was wel dat toen 
                nog op takkamp gegaan werd, wat wil zeggen dat er eigenlijk 2 
                kampen na mekaar georganiseerd werden, met vooral de bedoeling 
                de scouts en de gidsen niet samen op kamp te moeten sturen. Dohan 
                1983 was in die zin baanbrekend dat voor het eerst de welpen, 
                scouts en gidsen met de eerste shift op kamp gingen en de seniors 
                met de tweede shift. Het was ook het kamp dat onze latere EL, 
                Bijawee, haar Eerste Klas behaalde. 
              De komst van het nieuwe 
                scoutsjaar '83-'84 luidde ook het materiaalproject van Wombat 
                in. De eenheid sleurde elk jaar al haar oude tenten mee op kamp, 
                waarvan de helft niet meer opgezet kon worden wegens verrot en 
                een ander kwart aan palen en aanverwanten ontbrak. Het was de 
                verdienste van Wombat om hierin grote kuis te halen, met als hoogtepunt 
                het kamp te Chéoux in 1984. Anciens herinneren zich nog 
                zeker de memorabele verbranding van de oude, tot op de naad versleten 
                tenten in het immense kampvuur op het nakamp. Chéoux III, 
                zoals het in de volksmond noemde, was een kamp dat voor velen 
                nog wel zal bijblijven. Het was het eerste eenheidskamp sinds 
                het experiment in 1979. Door het succes, zowel bij leiding als 
                leden, is de eenheid vanaf dan altijd op eenheidskamp blijven 
                gaan. We waren toen met 20 welpen en 35 vekenners/gidsen (2 patrouilles 
                gidsen, 3 patrouilles verkenners). Ook waren er 2 Noren mee in 
                het kader van een uitwisselingsproject na de Nordjamb. De communicatie 
                was vrij moeilijk, maar een handwoordenboek Engels/Noors bracht 
                de oplossing. Na afloop van het kamp werd er, net zoals in St. 
                Cécile, een Eerste-Klas-Kamp georganiseerd. 
              Tijdens een Sachem 
                eind 1984, kwam men langzamerhand tot de conclusie dat het onmogelijk 
                zou worden de beide eenheden nog te splitsen. Het is toen ook 
                dat de nieuwe eenheidsdas werd ingevoerd: de blauw-oranje gemengde 
                das die we nu allemaal dragen. Ook het eenheidskenteken onderging 
                enkele aanpassingen, alhoewel het grotendeels dat van Marnix bleef. 
                Langzamerhand verdween ook de aparte ledenadministratie van Brabo 
                en Marnix en smolten we samen tot één eenheid. Langzaamaan, 
                want oude tradities worden niet snel vergeten en tot op de dag 
                van vandaag wordt er nog wel eens gelachen tijdens Sachems over 
                de verschillen tussen Brabo'ers en Marnixers. 
              Zoals gezegd, het 
                waren rustige jaren doordat er een min of meer vaste leidingploeg 
                was: Agouti bij de welpen, Wisent bij de verkenners, Bijawee bij 
                de gidsen, … bij de seniors en Wombat die voor de continuïteit 
                op eenheidsniveau zorgde. Alhoewel de assistenten kwamen en gingen, 
                bleef het ledenaantal stabiel op een 60-tal. 
              In '85 gingen we op 
                kamp in Maboge. Er was nog altijd geen gemengde werking, maar 
                de mannelijke deelnemers waren niet eenzaam dankzij de Franse 
                gidsjes aan de andere kant van het bos. Bij de gidsen verliep 
                het rustig, volgens sommigen te rustig. Daarom kreeg dit kamp 
                de bijnaam 'het Breikamp". 1985 was ook het jaar dat de opbouw 
                van een stenen muur rond het lokaal aankondigde en jammer genoeg 
                ook het vernietigen van het oude seniorlokaal onder de toren door 
                vandelen. In ieder geval was Wombat zijn materiaalproject in alle 
                opzichten een succes. Het was ook de tijd dat onze fjorden werden 
                aangekocht, zodat de eenheid over degelijk materiaal beschikte 
                om op kamp te gaan. Noemenswaardig is ook het feit dat vader Michiels 
                (papa Sero) de eenheid een fjord schonk op een feestje, waarvoor 
                we hem na al die jaren toch nog eens willen bedanken. De fjord 
                gaat nog altijd mee op kamp! 
              We vertrekken in 1986 
                op kamp naar Petit Halleux, het "scheve kamp". De naam 
                zegt het al, het terrein is niet vlak, niet scheef, maar héééééél 
                scheef. Zo scheef dat de leiding 's nachts de verkenners en de 
                gidsen terug in hun tent moesten duwen omdat ze naar buiten geschoven 
                waren. Alhoewel het terrein niet echt een voltreffer was, sloegen 
                we er ons door en was het al bij al een goed kamp. 
              Het begin van het 
                scoutsjaar 1986-1987 luidde ook de oprichting van een nieuwe tak 
                in, "De Stam". Door Merel (nu samen met Panter de cafébaas 
                van "Den Berenbak"). Het waren de jaren van de beruchte 
                stametentjes, altijd in thema en altijd één groot 
                feest. We zijn er toen zelfs in geslaagd leden van het 205de Impeesa 
                zodanig te choqueren tijdens een stametentje dat ze stante pede 
                het lokaal verlieten. 
              Vanaf dan begonnen 
                ook de rekruteringsacties van de eenheid, omdat het ledenaantal 
                langzamerhand in een neerwaartse trend geraakte. Door enkele goed 
                gerichte acties werd dit gelukkig al snel omgebogen. 
              Het moet gezegd worden, 
                het waren rustige jaren voor de eenheid. We gingen achtereenvolgens 
                op kamp in Belvaux (1987) en Warîmpage (1988). Na Warîmpage 
                worden dan uiteindelijk de verkenners- en gidsentak samengevoegd 
                en zijn al onze takken gemengd. Na het kamp in Dohan (1989) begint 
                er nog een nieuwe wind te waaien door de eenheid met de intrede 
                van een nieuwe seniorploeg in leiding. Charsas en Baribal nemen 
                de verkenners/gidsentak over, onder support van Wisent en Bijawee. 
                Ook bij de welpen neemt een nieuwe ploeg (die van Chital en Dingo) 
                het over van Agouti. 
              1989 is ook het jaar 
                dat gestart wordt met een pre-jongverkenners/jonggidsen-werking. 
                Het was namelijk al enkele jaren duidelijk dat een tak verkenners/gidsen 
                met gasten van 12 tot 16 jaar niet echt haalbaar meer was. Een 
                bijna-senior van 16 stapt zonder problemen 5 km op één 
                uur, maar voor een pas overgekomen welp is het een hopeloze zaak 
                die 16-jarigen bij te houden. In eerste instantie werd gestart 
                binnen de verkenners/gidsen-tak met een jongsten- en oudstenpatrouille, 
                maar al snel bleek dit niet voldoende te zijn en moeilijk te integreren 
                in de patrouillewerking. Na het kamp van 1990 in Warîmpage 
                werd dan ook gestart met een aparte JoGiVer-tak, onder leiding 
                van Charsas en Bijawee. 
              Ondertussen blijft 
                Baribal de verkenners/gidsen doen en wordt Sambar Akela bij de 
                welpen. Al snel blijkt de JoGiVer-werking een succes te worden, 
                zeker na het buitenlands kamp in Duitsland te Soest in 1991. Wisent 
                en Bijawee gingen mee als kookploeg en Wombat kwam af en toe support 
                verlenen waar nodig. Het begint echter voor iedereen duidelijk 
                te worden dat Wombat zich naar de achtergrond aan het begeven 
                is. 
              Na 1991 gaan de verkenners/gidsen 
                over naar de seniors. Er blijven echter geen verkenners/gidsen 
                meer over, zodat er een gat ontstaat en de verkenners/gidsentak 
                voorlopig bij gebrek aan leden en leiding wordt opgedoekt. 
              Na het kamp in 1992 
                te Graide is het dan ook zover: na 12 jaar van inzet en toewijding 
                hangt Wombat zijn linten aan de kapstok en neemt afscheid van 
                de eenheid als EL. Hij blijft echter nog wel de eenheidsadministratie 
                doen en zorgt voor het nodige support voor de nieuwe leiding.  | 
           
         
         
        
           
            | 4. | 
            De 
              jaren Negentig | 
             | 
           
           
            |   | 
              | 
           
           
            |   | 
              Wisent 
                neemt de blauwe linten (van EL) over en begint aan een nieuw mandaat 
                van twee jaar. Het is vanaf dan ook dat alle functies binnen FOS, 
                dus ook EL en AEL (assistent eenheidsleider), beperkt zijn tot 
                drie mandaten van twee jaar. Je kan dus maximaal zes jaar na elkaar 
                EL of AEL zijn. In 1993 gingen we op kamp in Porcheresse. Eigenlijk 
                had er toen al een nieuwe scoutstak moeten zijn, maar door gebrek 
                aan leiding werd dit vervangen door een intensieve oudsten-werking 
                bij de JoGiVers, waarvan de EXPLO het hoogtepunt was. 
              In september neemt 
                Wisent ontslag als EL. Hij wordt opgevolgd door Bijawee, die als 
                eerste daad een nieuwe bevertak opricht en zelf leid samen met 
                Wasbeer (Fons Verdonck) en Keo (Nadine Verdonck). Alhoewel een 
                kleine tak (10-tal leden), draait deze vrij goed. De welpentak 
                draait onder leiding van Tapir en Coati, de JoGiVertak onder Axis 
                en Akita en de verkennertak wordt gerund door Charsas, Panda en 
                Dolfijn. Het paaskamp in 1994 is dat in Wiltz, koude en sneeuw 
                op kamp herinneren aan deze memorabele periode uit onze scoutscarrière. 
                Al bij al gaan de zaken goed in het scoutsjaar 1993-1994 en de 
                eenheid overschrijdt terug de grens van 50 leden. Dit wordt bekroond 
                met een bijzonder geslaagd kamp te Samrée in de zomer van 
                '94. We herinneren ons eigenlijk vooral "den" toren 
                van de verkenners/gidsen en de gigantische omvang van het terrein. 
              Tijdens het kamp in 
                '94 stopt door omstandigheden Axis met scouting. Akita neemt de 
                groene linten (takleider) over, maar na het kamp, in september, 
                stelt zich een nieuw probleem: Tapir en Coati willen geen welpen 
                meer doen en gaan in JoGiVerleiding samen met Akita. Gezien er 
                geen leiding meer over is, worden de welpen- en bevertak dan maar 
                samengevoegd en wordt Bijawee Akela. Dit had natuurlijk nefaste 
                gevolgen voor de bevers, en na een drietal vergaderingen bleven 
                ze dan ook weg. 
              Wat we ook onthouden 
                van 1994 is de viering van "20 Jaar Brabo-Marnix", één 
                van de beste feesten die de eenheid ooit heeft georganiseerd. 
                Een receptie met een toespraak van Bijawee (EL) en Alex Dene (Bever 
                - Voorzitter eenheidscomité) werd gevolgd door een prachtig 
                en delicieus galadiner, klaargemaakt door het eenheidscomité 
                en opgediend door de leiding in perfecte inkleding. Er waren zelfs 
                speciale tafels en stoelen gehuurd om het geheel perfect af te 
                werken. De avond werd afgesloten met een denderende fuif. Zelfs 
                tot twee maanden na de festiviteiten werd de eenheidsleiding nog 
                opgebeld door oud-leden om te zeggen hoe goed het wel geweest 
                was. 
              De galaviering kan 
                echter niet verhelpen dat langzamerhand de sfeer verzuurt binnen 
                de leidingploeg. Door het wegvallen van de bevers, de slechte 
                leidingverdeling en andere factoren, weigerde Bijawee de verantwoordelijkheid 
                te nemen voor het kamp in Olloy-Sur-Viroin in 1995. De eenheid 
                ging uiteindelijk toch op kamp, dat wel nogal klein uitviel gezien 
                de bijna volledige verkenners/gidsentak op Jamboree in Nederland 
                zat. 
              Na het zomerkamp diende 
                Bijawee dan ook haar ontslag in als EL en viel de eenheid zonder 
                eenheidsleider, een situatie die niet meer was voorgekomen sinds 
                1981. Er was niemand van de huidige leidingploeg die de verantwoordelijkheid 
                als EL wilde nemen, zodat uiteindelijk gevraagd werd aan Alex 
                Dene (Bever) of hij de verantwoordelijkheid wilde nemen. 
              Bever stemde toe, 
                maar wel onder de voorwaarde dat hij slechts één 
                jaar zou doen en dat in die termijn een nieuwe EL uit de huidige 
                leidingploeg naar voor zou komen. In dat jaar werd een nieuwe 
                seniortak opgestart onder leiding van Charsas en Dingo, die terugkeerde 
                na twee jaar inactiviteit binnen scouting. Er was echter een fundamenteel 
                leidingtekort zodat twee seniors, Kodiak en Dorcas, in leiding 
                gingen om het ergste nood op te vangen. De JoGiVers werden samengevoegd 
                met de welpen onder leiding van Kodiak en Dorcas, terwijl Tapir 
                en Coati de scoutstak runden. Het was geen goede situatie, iedereen 
                wist dit, maar door het leidingtekort was het de enige oplossing. 
              Met Pasen 1997 besloot 
                de seniorploeg naar Brownsea Island (Engeland en de plaats van 
                het allereerste scoutskamp ooit) te trekken. Alhoewel iedereen 
                riep dat we er niet gingen geraken, zijn we er toch geraakt! Het 
                zomerkamp ging dat jaar door in Louftémont, een klein kampterrein, 
                waar we niettemin een goed kamp hebben gehad. Naar het einde van 
                het kamp toe wordt uiteindelijk de volgende EL gevonden: Charsas 
                is bereid de blauwe linten aan te trekken. Tapir en Coati verlaten 
                de leiding en worden opgevolgd door Dorcas en Kodiak bij de verkenners/gidsen. 
                Talpa en Pinto starten de welpentak opnieuw op, wat het totaal 
                op vijf man leiding brengt, met Dingo als seniormoderator inbegrepen. 
                Er zijn dus op dat moment nog maar drie takken, maar er is een 
                enorme wil bij iedereen om er iets van te maken.  | 
           
         
         
        
           
            | 5. | 
            Lenige 
                Charsas  | 
             | 
           
           
            |   | 
              | 
           
           
            |   | 
              Na 
                een stevige rekrutering in november '96 komt de eenheid langzaam 
                terug uit een diep, diep dal waar ze in gevallen was sinds september 
                '94. Dorcas haakte jammer genoeg af door een conflict in oktober 
                1996, zodat Azara overkwam vanuit de seniors om Kodiak te assisteren. 
                Maar het gaat langzamerhand beter met de eenheid. De welpentak 
                telt terug een vijftiental leden, de verkenners/gidsentak eveneens. 
                In mei 1997 wordt ook eindelijk de VZW Brabo-Marnix opgericht, 
                zodat de eenheid nu een rechtspersoonlijkheid heeft om naar buiten 
                te treden. We gaan dat jaar op kamp in Bodange, een groot kampterrein, 
                en het moet gezegd: het was een goed kamp! Het nakamp was eveneens 
                een van de betere uit de geschiedenis, maar meer informatie hierover 
                bij de betrokkenen. 
              In september '97 komt 
                de volledige seniorploeg in leiding, zodat er voldoende leiding 
                is om terug een JoGiVertak op te richten onder leiding van Talpa. 
                Pinto blijft welpen doen als Akela, samen met Impala en Fennek, 
                die dan ook vast wordt opgenomen in het leidingcorps. Talpa runt 
                de JoGiVers samen met Xerus en Narwal en Azara worden de nieuwe 
                leiding van de verkenners/gidsen. Bij de seniors vinden we dan 
                Dingo en Mara terug om de nieuwe seniorploeg een stevige boost 
                te geven. 
              Alhoewel het ledenaantal 
                stabiel bleef, vielen we in december '97 zonder elektriciteit 
                en verbleven we enkele weken in een volslagen donker lokaal. Een 
                conflict tussen leiding en VZW betreffende de aankoop van een 
                generator zorgde er uiteindelijk voor dat de relatie serieus verzuurd 
                geraakte, waardoor Charsas aankondigde dat hij zijn mandaat hoe 
                dan ook niet zou verlengen.  | 
           
         
         
        
           
            | 6. | 
            Onvoorspelbare 
              Bijawee | 
             | 
           
           
            |   | 
              | 
           
           
            |   | 
              Gezien 
                we met een enorm jonge leidingploeg zaten, was niemand te vinden 
                voor de functie van EL. Er werd dus in de vriendenkring gezocht 
                en uiteindelijk gingen Kodiak en Talpa op bezoek bij Bijawee. 
                Na een informele Sachem tijdens het voorbereidingsweekend van 
                het kamp werd duidelijk dat we onze nieuwe EL, Bijawee, gevonden 
                hadden. In 1998 gingen we dus op kamp in St. Cécile, het 
                was een kamp van formaat waar we waarschijnlijk over tien jaar 
                nog over spreken. Een perfect kampterrein, een knappe toren bij 
                de verkenners/gidsen, een goede sfeer, een uitstekende kookploeg 
                door Grizzly geleid, kortom, alles was aanwezig voor een van de 
                best kampen uit de geschiedenis van Brabo-Marnix. Het kamp werd 
                gevolgd door een Eerste-Klas-Kamp, georganiseerd door Kodiak en 
                Talpa. 
              Eind augustus 1998 
                nam Charsas dus ontslag als EL. Alhoewel de relatie met de leidingploeg 
                serieuze klappen had opgelopen, moet toch zeker gezegd worden 
                dat Charsas de eenheid uit een enorm diepe put haalde en ervoor 
                zorgde dat er terug een degelijke leidingploeg op de been kwam. 
              In september werden 
                de takken dan voortgezet, enkel bij de seniors vond een leidingwissel 
                plaats: Kodiak en Bijawee namen de taak van Mara en Dingo over. 
                Het was een rustig jaar, met als uitschieter wel de mosselsouper 
                in november waar we meer dan 100 personen mochten verwelkomen 
                in ons lokaal. Het was van de 20-jarige viering geleden dat we 
                nog eens zoveel volk mochten zien. Ook de eenheid groeide naar 
                een 15-tal welpen, een 15-tal JoGiVers, een 10-tal verkenners/gidsen 
                en een 10-tal seniors. De eenheid zat in een opwaartse trend, 
                zoveel was duidelijk. In februari '99 nam Pinto jammer genoeg 
                ontslag als Akela door gezondheidsproblemen. Gezien het grote 
                aantal welpen, kwam Dingo Fennek vervoegen bij de welpen. Met 
                deze ploeg gingen we in'99 op kamp in Bras-Bas, dat in ons geheugen 
                gegrift staat als "het kamp van de zonsverduistering". 
                In september 1999 staat er een nieuw scoutsjaar voor de deur en 
                vinden dus ook de traditionele overgangen plaats. De seniors zijn 
                klaar om de begeerde leidingfunctie uit te oefenen, wat maakt 
                dat de leidingploeg er als volgt uitziet: Xerus richt samen met 
                Irrawaddy en Indri de bevertak terug op, terwijl Dingo de welpentak 
                alleen draaiende houdt nadat Fennek de scouts vaarwel zegt. De 
                JoGiVers zijn verheugd met hun nieuwe leiding: Talpa, Tagoean, 
                Caparro en Christophe, terwijl de verkenners Narwal, Toko, Malamut 
                en Azara met open armen ontvangen. Wisent verwelkomt de nieuwe 
                seniorploeg samen met Tayra en Mara, die na een jaar afwezigheid 
                haar lintjes weer aantrekt. Alles staat in het teken van het millenniumjaar 
                en het daarbij horende millenniumkamp, dat we besluiten te organiseren 
                in Inverness, Schotland. Het wordt een kamp dat in een woord te 
                omschrijven valt: ANDERS! Andere omgeving, ander eten (haggis), 
                ander drinken (cider is er goedkoper dan water) en een heel andere 
                taal dan het gewoonlijke Waals…  | 
           
         
         
        
           
            | 7. | 
            Ontembare 
              Grizzly | 
             | 
           
           
            |   | 
              | 
           
           
            |   | 
              Het 
                jaar loopt hiermee op z'n einde, maar het belooft op zijn minst 
                een "happy end" te worden. Door te grote meningsverschillen 
                tussen de leiding en de eenheidsleiding stapt de voltallige eenheidsleiding 
                (Bijawee, Wisent, Kodiak, Talpa en Toko) op. Er moet dus dringend 
                op zoek gegaan worden naar opvolging en dit op zeer korte termijn. 
                Uiteindelijk stemt (de voor ons nog grotendeels onbekende) Grizzly 
                toe en neemt Narwal de taak van haar assistent op zich. Grizzly 
                stelt wel duidelijk dat ze enkel twee jaar zal blijven en ondertussen 
                een nieuwe EL zal opleiden. Die twee worden er drie en hebben 
                hun effect niet gemist! Grizzly voert de koekjesverkoop in, wat 
                ons al veel werkingsgeld heeft opgebracht. Een nieuw dak en een 
                volledig vernieuwd sanitair zijn hiervan enkele voorbeelden. Om 
                het ledenaantal wat op te krikken, staan we nu in het begin van 
                augustus met een aantrekkelijk kraampje op de braderij in de Abdijstraat 
                en ook dit blijkt heel efficiënt! 
              Door het vertrekken 
                van Talpa en Toko uit de leiding, wordt de leidingploeg als volgt 
                verdeeld onder de takken: 
                - bevers: Azara, Niki en Ian 
                - welpen: Sika en Pygo (die vervroegd uit de seniors stappen) 
                en Xerus 
                - JoGiVers: Tagoean, Dingo, Irrawaddy en Caparro 
                - verkenners: Malamut, Indri en Christophe 
                - seniors: Mara en Tayra 
                Dit jaar (2001) gaan we op kamp in Louette-Saint-Pierre, waar 
                we de plaatselijke boswachter en politie zelfs een illegale everzwijnenjacht 
                helpen oplossen! Het is ook dit kamp dat de verkenners heuse "kippen" 
                als activiteit voorgeschoteld krijgen. Ze moeten gedurende een 
                heel kamp de beestjes eten geven en hun ren in orde houden. Tevergeefs 
                wachten ze op de vruchten (in dit geval eieren) van hun hard werken 
                omdat later zal blijken dat de kippen rasechte HANEN zijn! 
              Een nieuw jaar, met 
                de gebruikelijke leidingwissels, biedt zich aan en ook de overige 
                seniors zetten hun eerste stapjes in leiding. Sika, Xerus en Baibao 
                leren de welpjes de wetten van de jungle en de JoGiVers worden 
                geleid door Tagoean, Dingo, Olingo, Irrawaddy en Koala. De verkenners 
                staan onder leiding van Caparro, Malamut en Indri, terwijl de 
                nieuwe seniorploeg wordt opgevangen door Mara en Tayra. 
                In 2002 trekken we voor een tweede maal naar Louftémont, 
                waar we ook deze keer niet gespaard blijven van hilarische toestanden! 
                Op de tweede dag van het voorkamp komt een plaatselijke bewoner 
                ons doodleuk zeggen dat we op het verkeerde terrein staan! Hoewel 
                we op hetzelfde terrein staan dan in 1996 klopt de informatie 
                en zijn we eigenlijk genoodzaakt alles te verhuizen! Maar op de 
                tweede dag van een voorkamp staat zo goed als alles recht, dus 
                besluiten we te blijven staan en voor de rest verloopt alles rustig. 
              Het volgende jaar 
                nemen Pygo, Malamut en Indri afscheid van onze scouts, zodat er 
                weer een leidingwissel plaatsvindt. Sika, Xerus en Baibao krijgen 
                gezelschap van Koala bij de welpen. Irrawaddy gaat Caparro een 
                handje helpen bij de verkenners, zodat de JoGiVers van vijf naar 
                drie man leiding gaan, nl. Tagoean, Dingo en Olingo. Mara en Tayra 
                hebben hun draai gevonden bij de seniors en blijven bijgevolg 
                op hun vertrouwde plek. Tagoean wordt dit jaar ook verkozen tot 
                AEL, samen met Narwal. 
                Het is weer een tijdje geleden dat we naar het buitenland op kamp 
                gingen, dus vinden we het dit jaar tijd om dat weer eens te doen. 
                Mede ook omdat Roland Hastir (papa Narwal en Caparro) een gratis 
                kampterrein in de Vogezen (Frankrijk) te pakken heeft gekregen. 
                De voorkampers trekken er met volle moed naartoe, maar rijden 
                er in eerste instantie gewoon voorbij. Dit omdat ons "terrein" 
                niet echt een terrein is, maar gewoon een bergkant met rotsen, 
                bomen en zelfs af en toe koeien! Maar ze steken de handen uit 
                de mouwen en maken er een gezellig en doenbare plaats van. Alle 
                tenten krijgen een plaatsje en uiteindelijk wordt het een van 
                de avontuurlijkste kampen ooit… BACK TO NATURE!  | 
           
         
         
        
           
            | 8. | 
            Plichtsbewuste 
              Tagoean | 
             | 
           
           
            |   | 
              | 
           
           
            |   | 
              Op 
                het einde van het kamp houden we onze traditionele kampsachem 
                en het is hier dat Grizzly officieel aankondigt dat ze de fakkel 
                doorgeeft. Met pijn in het hart aanvaarden we haar ontslag, maar 
                het enthousiasme waarmee Tagoean (want de sachem kiest hem als 
                nieuwe EL) de linten overneemt, maakt veel goed. Narwal blijft 
                trouw op post als AEL en Mara wordt verkozen om de andere post 
                van AEL te bekleden. 
                We schrijven ondertussen het begin van het scoutsjaar 2003-2004 
                en Tagoean zegt na vele jaren de JoGiVers vaarwel om zich volledig 
                te kunnen concentreren op zijn taak als EL. Dingo neemt de taak 
                als takleider op zich en krijgt assistentie van Antonio, die na 
                een kamp als kookploeg met volle moed in leiding stapt, Olingo 
                en Setifer, die overkomt van de seniors. De andere seniors gaan 
                ook hun eigen weg en zo besluiten Xamm, Vari en Phoci, nadat Sika 
                de scouts heeft verlaten, Baibao en Koala te helpen bij de welpen. 
                Wat goed uitkomt, want na een weerom geslaagde rekrutering op 
                de braderij in de Abdijstraat, starten we met een 25-tal welpen! 
                Caparro ruilt de scouts in voor een buitenlands avontuur en laat 
                de tak over aan Irrawaddy, Xerus, Jarkand en Mara, die haar vertrouwde 
                plek heeft moeten verlaten omdat er dit jaar geen seniors zijn. 
                Dit maakt dat ook Tayra "technisch werkloos" is, maar 
                al snel benoemen we hem tot materiaalmeester en geeft hij ook 
                logistieke ondersteuning, wat erg welkom is na de reeks van inbraken 
                waar ons lokaal door geteisterd wordt! 
                We beginnen het jaar vol enthousiasme om "onze kindjes" 
                weer een spetterend jaar te bezorgen! 
              Dit zijn de voorlopig 
                laatste gebeurtenissen in de rijke geschiedenis van onze eenheid. 
                We hopen dat het een leuke reis was door de jaren heen en zullen 
                zeker niet nalaten deze pagina's aan te vullen met bijvoorbeeld 
                een verslag van ons volgend kamp in Olloy-sur-Virion!   | 
           
         
        
      
  |